WÖLBLING József
Geboren : 10 april 1936 (Törökbálint, Hong.)
Club(s) als speler: Carcassone (Frankrijk, 1958, 4de afd.), Eén jaar geschorst (1958-'59), RSC Anderlecht (België, 1959-'61, 23 wedstr., 6 goals), Eendracht Aalst (België, 1961-'63, 1ste en 2de afd., 29 wedstr.), Club Sportif Pétange (1963, Luxemburg), KV Mechelen (België, 1963-'64, 16 wedstr.), Maastricht (Nederland, 1964-'66, amateurs), RC Hoeilaart (België, 1966-'73, provinciale)
Positie: Aanvaller
Wölbling József werd geboren in 1936 in Törökbálint, een gemeente in het Hongaarse comitaat Pest. Törökbálint telt 12.651 inwoners (2007). De plaats ligt ongeveer 15 kilometer ten westen van de Hongaarse hoofdstad Budapest. Hij
is een Hongaarse voetbalspeler die na de Hongaarse revolutie naar het Westen trok, om daar zijn voetbalcarrière voort te zetten. Wölbling behaalde voor Hongarije geen officiële caps.
Zijn eerste stappen trachtte hij in 1958 in Frankrijk bij Carcasonne, in de 4de afdeling, te zetten, maar werd voor één jaar geschorst na zijn vertrek uit Hongarije (zie kaderartikel onderaan).
Eenmaal die schorsing uitgezeten kon hij in België terecht bij RSC Anderlecht, waar hij tussen 1958 en 1961 23 wedstrijden speelde in het fanionelftal. Hij scoorde daarbij 6 doelpunten. Van 1961 tot 1963 speelde hij dan bij Eendracht Aalst, in 1ste en 2de afdeling van de Belgische competitie. Daar was hij goed voor 29 wedstrijden. In 1963 verbleef hij kort in Luxemburg waar hij zich aansloot bij Club Sportif Pétange, maar datzelfde jaar nog terugkeerde naar België om bij KV Mechelen één seizoen af te maken en 16 wedstrijden te spelen.
Zijn volgende stap was Nederland, waar hij bij de amateurs van Maastricht actief was van 1964 tot 1966.
Uiteindelijk zou hij zijn voetbalcarrière in België in 1973 afsluiten bij
RC Hoeilaart, waar hij nog in de provinciale reeksen voetbalde van 1966 tot 1973.
|
|
RSC Anderlecht 1959-1960:
(staande L/R) Willem De Koster, Felix Week, Pierre Hanon, Jacques Culot, Charles De Vogelaere en Martin Lippens;
(gehurkt L/R) Wölbling József, Jef Jurion, Jacky Stockman, Godfried Van Den Boer en Albert Jordan. |
KV Mechelen voor de thuiswedstrijd
op 9/2/1964 tegen RSC Anderlecht (0-2):
(staande L/R) René De Moor, Prosper Borremans, Frans De Swert, Wölbling József, Hugo Jacobs en Felix Van Bulck;
(gehurkt L/R) Kamiel Van Damme, Gustaaf Sels, Frans Van Nuffel, François Tuyaerts en Eddy Goossens. |
Hongaarse spelers naar België na de Hongaarse revolutie van 1956:
Na de Hongaarse Opstand en tijdens het repressieve beleid in hun thuisland streefden veel Hongaarse voetballers er naar om in het buitenland te gaan spelen. Dus begonnen ook vele clubs in Europa, die wisten dat er enorm veel talent zat in Hongarije, mogelijkheden te zien in spelers die de wens uitspraken om te vertrekken.
Ook in België namen vele clubs het voortouw om Hongaarse spelers naar de eerste klasse te brengen. Deze voetballende Hongaren kregen van de officiële instanties bevoegd in België een vluchtelingenstatuut toebedeeld. De FIFA oordeelde dat de normale, reeds werkende, nationale normen ook moesten gelden voor de Hongaarse vluchtelingen. Dat betekende dus wanneer één van deze Hongaarse voetballers een aansluitingskaart ondertekende ten gunste van een Belgische club, de club of de speler zelf de voorziene formaliteiten gewoon in orde moest brengen. De Hongaarse voetbalbond moest dus wel in elk specifiek geval worden geraadpleegd. Als de speler in kwestie nog aangesloten was bij de Hongaarse bond, maar deze de transfer weigerde, moest de Hongaarse voetballer artikel 13 van de FIFA in werking laten treden. Inzake het statuut van de Hongaarse spelers vielen voor de KBVB al deze voetballers onder de liefhebberscategorie, en moest bijgevolg élke Hongaarse voetbalmigrant een jaar wachttijd uitzitten, zelfs mits goedkeuring om mee te voetballen van zijn oude bond.
De Hongaarse voetbalbond liet ook aan alle nationale bonden van Europa weten, dat ze vanaf 1957 alle spelers een transfer weigerde te gunnen. Geen enkele speler mocht dus van de Hongaarse competitie getransfereerd worden naar een andere Europese competitie. De Belgische Voetbalbond trok zich hier echter niet veel van aan. Het Uitvoerend Comité achtte het onontbeerlijk een speciale aanvraag te blijven richten tot de Hongaarse Voetbalbond voor iedere specifieke voetballer die zich wilde aansluiten bij de Belgische Voetbalbond.
Zo werden er maar een beperkt aantal voetballers specifiek behandeld door de Hongaarse bond. Voorbeelden daarvan zijn Wölbling József, die van ’58 tot ’59 een jaar geschorst was en daarna een succesvolle speler werd bij Anderlecht. Ook Dacsev Miklós die na zijn jaar schorsing zich in ’57 aansloot bij Anderlecht en daar tot ’62 regelmatig in de ploeg stond, en één van die bekendere Hongaarse voetballers was waarvan de Hongaarse Voetbalbond zich genoodzaakt zag om zijn dossier individueel te behandelen. |
|
ERELIJST :
Clubs als speler:
* Tweede in het landskampioenschap van België met RSC Anderlecht in 1960
* Derde in het landskampioenschap van België met RSC Anderlecht in 1961
Nationaal elftal Hongarije:
* geen caps |
|